Smartphones worden aangevallen in een nieuw onderzoek dat ons wil vertellen dat we dommer worden als we deze elektronische producten gebruiken, of zelfs als we ze niet gebruiken. Het onderzoek werd uitgevoerd door onderzoekers van de Universiteit van Texas, met als doel de cognitieve kracht te meten van degenen die regelmatig een smartphone gebruiken voor verschillende acties.
Het onderzoek analyseerde maar liefst 800 mensen die in hun dagelijks leven een smartphone gebruiken, en in elke gebruikstest werd hun cognitieve vermogen gemeten. De tests zijn niet gedaan terwijl de mensen een smartphone gebruikten, maar terwijl ze een andere handeling uitvoerden op verzoek van de onderzoekers, maar dan met hun smartphone ernaast, of in een andere kamer.
Het idee achter deze test was om erachter te komen welke informatieverwerkingscapaciteit de hersenen van deze mensen hebben als ze met een smartphone in de buurt werken, of zonder smartphone. Het is niet verwonderlijk dat mensen wier smartphone naar een andere kamer werd verplaatst, veel beter presteerden dan mensen die met een smartphone ernaast werkten.
Het geluid van alle smartphones was gedempt, en hoewel sommigen hun terminals in hun zakken stopten, of in tassen ernaast, was hun cognitieve vermogen niet zo goed als dat van degenen die hun terminals naar andere kamers verplaatsten. Hoewel degenen met smartphones in andere kamers de beste prestaties behaalden, deden degenen met de terminals in hun zakken, tassen, het ook beter dan degenen met de terminals op tafel, maar met het scherm naar beneden.
Zoals verwacht was het resultaat van het onderzoek dat mensen hun cognitieve vaardigheden verliezen als ze een smartphone in de buurt hebben, zelfs als ze deze niet gebruiken. Door de terminal met het scherm naar beneden op tafel te plaatsen, kunnen we ons nog steeds beter concentreren dan wanneer de terminal in de broekzak wordt geplaatst, maar door hem naar een andere kamer te verplaatsen, kunnen we ons het beste concentreren.
“We zien een lineaire trend die suggereert dat naarmate de smartphone meer opvalt, de beschikbare cognitieve capaciteit van deelnemers afneemt. Je bewuste geest denkt niet aan je smartphone, maar dat proces – het proces waarbij je van jezelf eist dat je ergens niet aan hoeft te denken – verbruikt een deel van je beperkte cognitieve hulpbronnen. Het is een braindrain."
