Oostenrijk zwaar aangevallen in Europa vanwege weigering om Roemenië toe te laten tot Schengen

Oostenrijk wordt hard aangevallen door de weigering van Europa om de toetreding van Roemenië tot Schengen toe te staan

Oostenrijk wordt in Europa fel bekritiseerd vanwege de weigering om Roemenië toe te laten tot Schengen, en nadat we dit vandaag genoeg Europese functionarissen hebben zien doen, is het nu de beurt aan iemand die dicht bij de Oostenrijkers staat, namelijk de Tsjechische minister van Buitenlandse Zaken, Jan Lipavský. die kritiek heeft op het besluit om de uitbreiding van het Schengengebied eind 2022 te voorkomen.

Oostenrijk wordt bekritiseerd door Jan Lipavský, die zegt dat de regering in Wenen tot kort voor het veto in de JAI-raad duidelijk heeft gemaakt dat zij zich niet zou verzetten tegen de toetreding van Roemenië tot het Schengengebied, iets wat ik ook door Roemeense regeringsfunctionarissen heb zien zeggen, maar de Oostenrijkers boden hun eigen verklaringen voor de wijziging in het besluit.

Oostenrijk weigert de uitbreiding van de ruimte zonder grenscontroles toe te staan, maar de Tsjechische minister is van mening dat het toelaten van toetreding van Roemenië en Bulgarije tot het Schengengebied meer veiligheid voor heel Europa zou brengen, iets wat ik zelfs door andere landen heb zien zeggen: maar voorlopig lijkt dit vrij waarschijnlijk, althans op de korte termijn.

‘Ook hebben we ons ingespannen om het Schengengebied uit te breiden. Helaas zijn we daar alleen in het geval van Kroatië in geslaagd, nadat Oostenrijk zich op het laatste moment tegen de toetreding van Roemenië had verzet. Vanuit mijn oogpunt kwam de stap vrij plotseling, Oostenrijk had voorheen heel andere signalen afgegeven.

Het is echter niet mijn taak om het Oostenrijkse beleid of de overwegingen die tot dit besluit hebben geleid, te beoordelen. Ik ben echter van mening dat de toetreding tot Schengen van Roemenië en Bulgarije – of op zijn minst een realistisch vooruitzicht op snelle toetreding – zelfs zou leiden tot meer veiligheid, tot een betere toepassing van gemeenschappelijke regels in deze landen.”