Het Europese Hof van Justitie herhaalt de wettigheid van de wederverkoop van gelicentieerde software

  Een paar maanden geleden heeft het bedrijf Oracle een Duitse handelaar aangeklaagd die door Oracle gelicentieerde software aan alle geïnteresseerde partijen had doorverkocht. Oracle voerde aan dat dit illegaal is, in strijd met de bepalingen van de softwareaankoopvoorwaarden, en dat zij een deel van het door de reseller gevraagde bedrag zouden moeten ontvangen. Na een controversieel proces lijkt het erop dat de uiteindelijke beslissing afkomstig is van het Europese Hof van Justitie, dat beweert dat iedereen die een softwareproduct of een product met een permanente licentie heeft gekocht, dat product zonder enige beperking kan doorverkopen en zonder dat de ontwikkelaar daarvoor toestemming krijgt enige vergoeding.

Bij de eerste verkoop in de EU van een kopie van een computerprogramma door de houder van het auteursrecht of met zijn toestemming is het recht op distributie van die kopie in de EU uitgeput. Een rechthebbende die een kopie op het grondgebied van een lidstaat van de EU in de handel heeft gebracht, verliest aldus het recht om zich op zijn exploitatiemonopolie te beroepen om zich tegen de wederverkoop van die kopie te verzetten... Het beginsel van uitputting van het distributierecht is niet van toepassing. alleen wanneer de auteursrechthebbende kopieën van zijn software op een materiële drager (cd-rom of dvd) op de markt brengt, maar ook wanneer hij deze verspreidt door middel van downloads van zijn website.

  Vrijwel ongeacht of we software kopen via de website van een bedrijf of in de winkel ervan, hebben we het recht om deze zonder enige beperking door te verkopen, maar alleen als deze software is aangeschaft met een permanente licentie. De rechten die aan kopers worden aangeboden, kunnen de rechten van bedrijven beperken om de toegang van gebruikers tot verschillende diensten te beperken, maar kunnen sommigen ertoe dwingen die inhoud beschikbaar te maken voor iedereen die deze heeft gekocht. Dit is waar de App Store van Apple en de daaruit verwijderde applicaties, ook al zijn ze door gebruikers gekocht, ter discussie komen.

Het Hof merkt in het bijzonder op dat het beperken van de toepassing van het beginsel van de uitputting van het distributierecht uitsluitend tot kopieën van computerprogramma’s die op een materiële drager worden verkocht, de houder van het auteursrecht de mogelijkheid zou geven controle uit te oefenen op de wederverkoop van kopieën die van internet zijn gedownload en te eisen verdere vergoeding bij elke nieuwe verkoop, ook al had de eerste verkoop van het exemplaar de rechthebbende al in staat gesteld een passende vergoeding te ontvangen. Een dergelijke beperking van de wederverkoop van kopieën van computerprogramma's die van internet zijn gedownload, zou verder gaan dan nodig is om het specifieke onderwerp van de betrokken intellectuele eigendom te beschermen.

  Niet zelden heeft Apple digitale inhoud uit zijn winkel gehaald, waarbij gebruikers deze niet opnieuw downloaden, ook al is ervoor betaald. Apple zou gedwongen kunnen worden deze praktijken op te geven en gebruikers de mogelijkheid te geven applicaties opnieuw te downloaden, zelfs als deze uit de App Store zijn verwijderd. De uitspraak van het Hof van Justitie is nieuw, is onmiddellijk van toepassing en zal in de toekomst belangrijke gevolgen hebben. Je hebt meer details in dit document.